1740-1750
Middleground
De beschrijvingen van de kleding zijn allereerst gericht op ca.1750. Gezien het feit dat we waarschijnlijk met deze groep ook wel eens deel zullen nemen aan evenementen rond de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (ca.1776-) zal ook enige aandacht worden besteed aan de evolutie van kleding in de 2e helft van de 18e eeuw. Het is immers niet verkeerd ook dan goed voor de dag te komen. 1750 blijft echter de basis. Je kunt wel 1776 doen in ouderwetse kleding maar 1750 doen in kleding die nog helemaal niet bestond slaat natuurlijk nergens op.
Qua gebruikte stoffen komen op de eerste plaats linnen en wol in aanmerking. I.t.t. wat dikwijls gezegd wordt is katoen echter ook mogelijk. Dat werd op redelijke schaal (via Engeland) geïmporteerd uit India. Met name stoffen met gedrukte patronen waren dikwijls katoen. Ook diverse mengstoffen (linnen/wol, katoen/zijde, etc.) zijn mogelijk. Qua knopen moet je met name denken aan tin, been en stof overtrokken.
In de periode rond 1750 hadden jassen en vesten geen kraag (hemden wel) of een heel klein bandkraagje. Later in de periode zie je langzaam steeds meer en grotere kragen.
Richtlijnen Kleding:
UITRUSTING:
Allereerst moet er iets rond het middel. In de meeste gevallen is dat een lederen riem, niet breder dan zo’n 5 cm. Gesloten met een gesp. Dat kan van alles zijn. Typisch liggende 8-vormige messing gespen zijn ruim verkrijgbaar maar een gesmeed exemplaar is minstens even goed. Zelfs een simpele rolgesp is goed bruikbaar. Dikwijls werd i.p.v. een lederen riem (of daarnaast) een geweven sjerp (sash) gedragen. Tussen de riem gestoken (of vastgemaakt aan) droeg men een lang spits mes in een lederen schede (riflemans knife, long knife). Ook de handbijl (hatchet, tomahawk) werd tussen de riem of de sash gestoken. De bijl kan ook in een aparte hoes aan een schouderriem worden gedragen, of, in een meer militaire setting, in de sabelschoen van de sabelkoppel gedragen worden i.p.v. de korte sabel. Een goed contemporain zakmes draag je natuurlijk in je zak of je hunting pouch.
Om te kunnen schieten moet je kogels en kruit bij je hebben. De kogelvoorraad draag je in de bullet ofwel hunting pouch. Daarin heb je ook je reserve vuurstenen, kleine onderhoudsmiddelen, je vuurmaakset, etc. De huntingpouch is bijna altijd gemaakt van volgens Europese methodes gelooid leder, niet van buckskin. De draagriem is veelal een geweven band. Er is geen doorslaggevend contemporain bewijs voor het dragen van allerlei zooi (patchknife, short starter, laadblok, e.d.) aan de schouderriem van de hunting pouch. In de periode rond 1750 werden de kruithoorn en jachttas los van elkaar gedragen. Rond de Onafhankelijkheidsoorlog was het gebruikelijk geworden om de kruithoorn vast te maken aan korte riempjes die aan de schouderriem van de hunting pouch bevestigd waren. Later (trappertijd) droeg men ze weer los. Ook de draagband van de kruithoorn was dikwijls van geweven textiel. De meest logisch plaats voor het kruitmaatje is ergens aan de draagband van de kruithoorn. Bij zowel jachttassen als kruithoorns moet je er rekening mee houden dat de fraaiste exemplaren natuurlijk bewaard zijn gebleven in musea en verzamelingen. Je zult in de hobby ook heel fraaie exemplaren zien. Simpeler uitvoeringen zijn echter minstens even authentiek. Het is bekend dat voor militiedienst het in sommige gebieden het rond 1750 verplicht werd papierpatronen te gaan gebruiken i.p.v. losse kogels en kruit. Voor zo’n setting is een bellypouch aan een smalle buikriem op zijn plaats.
Hoewel de jager in de Middle Ground zijn spullen grotendeels vervoerde per kano, batteau (roeiboot) of pakpaard is het handig om bepaalde zaken op de man te kunnen dragen. Op de eerste plaats kan een veldfles van pas komen. Het Britse militaire niervormige model is goed. Dit kan blik zijn. Maar die zijn tegenwoordig lastig te vinden. Je kunt hier valsspelen door een stainless exemplaar met wol te omkleden. Hetzelfde kun je doen met een emaille WO1 of 2 exemplaar. Houten tonnetjes zijn natuurlijk ook helemaal goed en zelfs met leer omkleedde glazen flessen. Voor je dagrantsoen e.d. (mobieltje, geld, papieren) is een haversack het aangewezen ding. 18e eeuwse haversacks zijn dikwijls groter als latere exemplaren. Ransels werden, ook in het leger, nog niet zoveel gebruikt. Als je er een wilt gebruiken, ga dan voor een relatief klein model van linnen/canvas. Verder is het gebruik van blanket of bum rolls waarschijnlijk bij verplaatsingen te voet.
​
BEWAPENING:
​
Het geweer (vuursteenontsteking uiteraard) is het lastigste onderdeel van je uitbeelding. Sommigen zijn in het bezit van geschikte antieke wapens. Die zijn echter lastig te vinden en dikwijls aardig aan de prijs. Qua replica’s hebben we met de keuze om te beginnen met de periode rond 1750 het geluk dat het grootste deel van de wapens nog gladloops was. Toch is er niet zoveel keuze. De trademusket van Pedersoli is geschikt alsmede hun Brown Bess, met name de karabijn uitvoering. Derbyshire Arms in Engeland maakt een aantal geschikte wapens voor allerzins aanvaardbare prijzen: Vroege modellen Brown Bess, vroege Charleville modellen en een Franse fusil de chasse. Daar houdt het wel een beetje mee op tenzij je een handgemaakt geweer uit de USA wilt laten komen. Voor de latere periode (Onafhankelijkheidsoorlog) kun je voor militie nog wegkomen met Brown Bess en Charleville musketten, maar voor een civiele jachtuitbeelding kom je uit op een transitional rifle dat alleen (onbetaalbaar) antiek te vinden is of je zult er een in de USA met de hand moeten laten maken voor tussen de $2000-3500. Alle replica long rifles (Kentucky, Pennsylvania of hoe je ze ook wilt noemen zijn “golden age” exemplaren (1790-1820) met hun typisch gebogen kolfvorm en dus onbruikbaar.
Pistolen zijn voor deze uitbeelding van onderschikt belang maar niet verboden. Voor bepaalde militia settings zijn korte sabels (hangers), degens, hellebaarden, spontons e.d. inpasbaar.
HET KAMPEMENT:
​
Helaas beschikken we hier niet over de dingen waar ze in de USA mee kunnen spelen, zoals (reconstructies van) originele forten, homesteads en zelfs hele dorpen. De enige plek waar we nog iets mee zouden kunnen is een klein deel van het Eindhovens Museum. Dus gaan we zoals meestal weer in tenten. Daar is veel mogelijk: Wall tenten, A-tenten, geïmproviseerde constructies van zeiltjes, e.d. Voor het slapen gelden de gebruikelijke regels: Alles mag, als de bovenste laag maar authentiek is. Koken in koper, blik, plaatijzer en gietijzer van historisch correct model. Borden en drinkgerei van blik, koper, tin, aardewerk en glas, allemaal van contemporain model. Mokken zijn dikwijls conisch van vorm.
AANMERKINGEN:
Aangezien deze uitbeelding tot in de kleine details moet kloppen zal er ook goed gekeken worden naar wat er gegeten wordt door de jager van 1740.
Er is een behoorlijke variëteit aan etenswaren en drinken.
​
​
Drinken?
Denk aan een paar simpele dingen zo als:
Water
Thee
Koffie
Rum
Whisky
Madeira
Als je wilt overleven in een bosrijke omgeving waarbij je veel wandelt en druk bezig bent is een hoog koolhydraat rijk dieet belangrijk, overleven op gras en soja milkshakes doe je niet lang.
Denk bij vlees aan:
Hert
Eend
Gans
Bison
​
Gerookt spek
Jerk
​
Er werd natuurlijk lokaal klein wild gegeten
zo als
Eekhoorn
Opossum
Kleine vogelsoorten
Hoenders
konijn
​
Er zijn ook tal van meel, peulvruchten, gedroogd fruit die mee genomen kunnen worden:
Mais meel/gritz
Meel
gedroogde bonen
gedroogde abrikozen
gedroogde appel
gedroogde peer
Brood
Pemmican (zie recept)
​
Zout
Peper
Nootmuskaat
Kaneel
div te vinden wilde kruiden
​
Zalm
Forel
​
Pemmican is een zeer gemakkelijk te maken recept in elke gewenste hoeveelheid.
Volg een verhouding van 1:1 van droog vlees tot vet per gewicht en je kunt elke vorm vullen of pemmican ballen met de hand rollen.
Weeg het vlees af met een gelijke hoeveelheid talg (gebruik hiervoor ossenwit). Doe het vlees in een kom en voeg zout toe.
Als je kruiden en specerijen wilt gebruiken, raad ik peper, mosterdpoeder, rozemarijn en tijm deze kruiden zijn mijn all-time favoriet voor pemmican.
Combineer alle ingrediënten samen. Werk snel, voordat de talg stolt, breng het mengsel over naar een ovenschaal of andere container en vul gelijkmatig. Snij in individuele stukken of haal het uit de vorm eenmaal stevig.
​
Vlees drogen werkt het beste als je het vlees nog enigszins bevroren snijd zo dat je hele dunnen plakjes kan snijden.
Leg deze neer op een bakplaat met ovenpapier in een oven die is ingesteld op zo een 90 graden, en laat de deur van de oven op een kier.
Dit droog proces kan enkele uren duren.
3 kilo rundvlees gedroogd en vermalen levert zo een 800 gram vlees poeder op
​
Leuk stukje geschiedenis om te lezen: The pemmican wars
​